terug naar kennisblog
Leuninghoogte 1,30 meter: ramp of redelijk?
Ruim een jaar geleden veranderden in het Bouwbesluit de regels voor brugleuningen. Per 1 juli 2021 moet een leuning die direct grenst aan een fiets- of bromfietspad minstens 1,3 meter hoog zijn. Voorheen gold op veel plaatsen een minimale hekwerkhoogte van 1,0 meter. De verandering gaf best wat ophef en onrust. Hoog tijd om te bespreken hoe de nieuwe leuninghoogte in de praktijk uitpakt.
Het Bouwbesluit was altijd redelijk simpel: op elke brug met een onderdoorgang van meer dan een meter was een leuning van 1,0 meter hoog nodig; bruggen die op 13 meter of meer lagen, kregen een leuning die minstens 1,2 meter hoog was. Het type brug deed er niet toe.
De huidige eisen in het Bouwbesluit zijn iets complexer. Voor verkeersbruggen en voetgangersbruggen gelden de oude regels, maar zodra de brug (ook) bedoeld is voor fietsers kan een hogere leuning zijn geëist. Is de leuning namelijk direct naast een pad of strook voor fietsers en/of bromfietsers gelegen, dan geldt een minimale hoogte van 1,3 meter. Ook wanneer de leuning direct grenst aan een gedeelde rijstrook, bijvoorbeeld voor auto’s en fietsers, geldt deze nieuwe hoogte.
In de praktijk is een hogere leuning doorgaans goed mogelijk. Toch leidt de nieuwe hoogte wel tot gedwongen ontwerpkeuzes en roept deze ook geregeld vragen op. Voor opdrachtgevers betekent een hoger hekwerk een stijging van de kosten. We nemen u mee langs de gevolgen en vertellen hoe we er binnen ipv Delft mee omgaan.
kleine fiets- en voetgangersbruggen
Voor kleine fiets- en voetgangersbruggen, veelal in woonwijken en parken, zal een leuninghoogte van 1,3 meter vaak erg hoog aanvoelen. Door de overkill kunnen bruggebruikers zich opgesloten voelen. Dit speelt vooral bij smalle bruggen met een korte overspanning.
Wanneer in een gebied of wijk meerdere bruggen liggen, waarvan sommige zijn gerealiseerd voor juli 2021 en sommige erna, krijg je soortgelijke bruggen met verschillende leuninghoogtes. Bovendien geldt voor voetgangersbruggen nog de oorspronkelijke eis, wat bij een mix van fiets-/voetgangers- en voetgangersbruggen leidt tot een wat onlogisch geheel.
Toch kan het verschil in uitstraling vrij klein zijn, zoals de Delftse standaardbruggen illustreren. Voor Delft realiseerden we de afgelopen jaren al vele bruggen met een leuning van 1,0 meter. Onlangs zijn de eerste exemplaren met leuninghoogte 1,3 meter geplaatst. Doordat het hier om leuningen met verticale spijlen gaat, was aanpassing relatief eenvoudig. Bij de Delftse bruggen zorgden de nieuwe eisen wel voor discussie over het aangrijpingspunt van de krachten op de leuning. Uiteindelijk is deze geoptimaliseerd op een hoogte van 1,3 meter.
In de praktijk blijkt vooral dat de nieuwe leuninghoogte op kleine bruggen tot een minder aantrekkelijk beeld leidt. De hoge leuning voelt voor gebruikers vreemd en onnodig.
fiets- en voetgangersbruggen met ‘stoep’
Een brug met aan één zijde voetpad en aan de andere zijde fietspad mag leuningen van twee verschillende hoogtes hebben. Uit vormgevingsoogpunt kiezen wij, en waarschijnlijk de meeste adviseurs, doorgaans voor symmetrie. Beide leuningen worden dan dus hoog. Een oplossing die wij graag toepassen, is dan een leuning met een ‘luchtige’ bovenregel, zoals te zien in ons ontwerp voor een tender in Eindhoven.
Zo’n dubbele handregel kan ook uitkomst bieden als er sprake is van bruggen met een horizontaal leuningontwerp waarvoor verschillende hoogte-eisen gelden. Het verschil tussen een ‘hoog’ en ‘laag’ hekwerk is dan al snel groter, omdat er bijvoorbeeld een extra tussenregel nodig is voor een leuning van 1,3 meter hoog. Door te kiezen voor een dubbele handregel, kan in de basis toch op alle bruggen hetzelfde hekwerk gebruikt worden. Enige verschil is dan de handregel.
Uit praktisch oogpunt is een dubbele handregel ook logisch voor bruggen waar veel voetgangers gebruik van maken. Een handregel op 1,3 meter is functioneel gezien erg hoog voor ondersteuning van mensen die minder goed ter been zijn. Voor hen is een handregel op 0,8 tot maximaal 1,0 meter aan te raden.
verkeersbrug met fietsers
Heeft een verkeersbrug een gedeelde rijbaan die ook bestemd is voor fietsers, dan geldt de nieuwe leuninghoogte. Wanneer op een dergelijke brug ook een voetpad ligt, kan wederom een theoretisch asymmetrische situatie ontstaan: een gemengde rijstrook aan één zijde, een voetpad aan de andere.
In Heerenveen besloten we voor de bruggen Middenzone zo’n asymmetrische situatie om te buigen naar een symmetrische, met leuninghoogte 1,0 meter. De brug sluit zo beter aan op een eerder gerealiseerd brugontwerp, waarvan de leuningen 1,0 meter hoog zijn. Door een smalle loopstrook van 0,5 meter toe te voegen grenst de gemengde rijbaan niet meer direct aan het hekwerk en is geen hoge leuning meer nodig. Uiteraard moeten zulke keuzes goed worden afgestemd met de vergunningverlener, in dit geval de gemeente.
Over de breedte en benaming van een extra strook tussen wegvak en leuning kan overigens wel discussie ontstaan. Loopstrook insinueert dat er daadwerkelijk veilig gelopen kan worden. Een breedte van 0,5 meter is dan discutabel.
fietsbruggen met hoge onderdoorgang
Bij fietsbruggen die op flinke hoogte een onderliggende weg of watergang kruisen, pasten we altijd al standaard een hogere leuning toe. Uit oogpunt van comfort en veiligheid is een leuning van 1,0 meter bij dergelijke bruggen gewoon niet wenselijk. De Hovenring in Eindhoven (doorrijhoogte circa 4,5 m, gerealiseerd in 2012) heeft een hekwerk van 1,1 meter, fietsbrug Nigtevecht (doorvaarthoogte 10 meter, realisatie 2018) een leuning van 1,2 meter hoog. Beide leuningen hellen iets naar binnen, om heel bewust het gevoel van veiligheid te vergroten.
Nu moeten leuningen bij dit soort nieuwe bruggen dus 1,3 meter hoog zijn. Omdat we dat in veel situaties toch onnodig hoog vinden, kiezen we binnen ipv Delft bijvoorbeeld geregeld voor een hekwerk met luchtige bovenregel, zoals bij de fietsbrug over de Ring Noord in Groningen. De leuning daar heeft een handregel op 1,1 meter hoogte en een tweede bovenregel op 1,3 meter. Om weggebruikers een prettig en minder opgesloten gevoel te geven, laten we de leuning bij deze hoogte juist iets naar buiten hellen.
slotoverwegingen
In de hele onderbouwing van de wijziging wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende typen bruggen voor fietsers. Een korte fietsbrug laag over een sloot in een park is iets heel anders dan een lange fietsbrug over een snelweg. Het zou goed zijn als dit onderscheid een plaats krijgt in de regelgeving, bijvoorbeeld door een onderscheid te maken naar valhoogte.
Ook aspecten als verkeersintensiteit, ligging van de brug en de aard en afmetingen van onderliggende watergang of weg zou wat ons betreft van invloed moeten zijn op de toe te passen leuninghoogte. Hetzelfde geldt voor de leuningbreedte en zoiets als toepassing van een 0,3 meter brede schrikstrook tussen fietspad en hekwerk.
Wat ons betreft bieden de nieuwe regels dus nog veel ruimte voor verbetering!
contact
Heeft u een andere mening of zou u kiezen voor andere oplossingen? We horen het graag.
En wilt u weten wat we voor uw specifieke situatie aanraden? Neem dan gerust contact op!
meer informatie?
bel Johan Büdgen:
015 750 25 74
deel deze pagina via: