terug naar kennisblog
in zes stappen naar een duurzame brug
Dé duurzame brug bestaat niet. Elke situatie is uniek en vraagt om andere afwegingen en keuzes, die leiden tot een situatie-specifieke oplossing. Daarbij speelt ook de interpretatie van het begrip duurzaamheid een rol. Voor ons is duurzaamheid een combinatie van diverse factoren: milieubelasting, levensduur en onderhoud. We ontwikkelden een stappenplan dat helpt om voor alle situaties een zo duurzaam mogelijk ontwerp te maken.
stap 1: afstemmen op situatie en klimaat
Allereerst is het belangrijk het brugontwerp af te stemmen op de situatie. Dan gaat hij immers het langste mee, zowel technisch als qua vormgeving. Is er extra aandacht nodig voor vandalisme? Ligt de brug beschut en vaak in de schaduw zodat deze extra gevoelig is voor groene aanslag? Dergelijke aspecten kunnen leiden tot specifieke eisen voor conservering, onderhoud of materiaalgebruik.
stap 2: afstemmen op te verwachten gebruik
Ten tweede speelt het (toekomstig) gebruik een belangrijke rol. Wat is bijvoorbeeld de beoogde levensduur? Een tijdelijke brug stelt andere eisen aan duurzaamheid (met name levensduur en onderhoud) dan een brug die zeker zestig jaar moet blijven liggen. Een tijdelijke brug kan een stuk duurzamer zijn als deze herbruikbaar is, terwijl hergebruik voor een brug die 60 jaar meegaat wellicht een minder realistisch streven is en ook qua duurzaamheid veel minder belangrijk is.
stap 3: denk aan onderhoud
Het derde aspect van duurzaamheid is de onderhoudbaarheid. Een brug met een efficiënte constructie die is afgestemd op klimaat, situatie en gebruik is een stuk minder duurzaam als hij veel en frequent onderhoud nodig heeft. Met name slijtlagen en coatings moeten regelmatig vervangen worden en zorgen bij slijtage voor het vrijkomen van chemische deeltjes.
stap 4: gebruik zo min mogelijk materiaal
Kenmerk nummer vier is wellicht het meest essentieel. Een efficiënte constructie is onontbeerlijk voor een duurzame brug. Hoe efficiënter de constructie, hoe minder materiaal en grondstoffen ervoor nodig zijn. Voor een houten vakwerkliggerbrug is bijvoorbeeld veel meer materiaal nodig dan voor een vergelijkbare brug in staal. Hout is daarentegen weer minder milieubelastend.
stap 5: beperk de milieubelasting
Vaak is het lastig te bepalen welk materiaal het meest milieuvriendelijk is. Alleen een levenscyclus analyse (LCA) kan hierover echt uitsluitsel geven. Zaken als ruimtebeslag van grondstoffen, productiemethoden en herkomst van de materialen (lokaal, nationaal, internationaal) zijn namelijk ook van invloed. Een LCA neemt dit allemaal mee. Nadeel is natuurlijk wel dat een LCA laten uitvoeren ook geld kost en met name bij kleine projecten zal deze stap daarom worden overgeslagen. Dan geld voor het hoofdmateriaal van de brug in principe de vuistregel ‘minder materiaal is duurzamer’. Voor niet-constructieve onderdelen is de materiaalkeuze zelf belangrijker, omdat er toch maar weinig van nodig is.
stap 6: altijd logisch denken!
Zeker zonder LCA is logisch denken de essentie van duurzaamheid. De ontwerpkeuzes maak je dan primair op basis van zorgvuldig afwegen en logisch denken. Een rvs handregel behoeft geen onderhoud of coating en heeft een bijzonder lange levensduur, wat het een duurzame optie maakt. Aan de andere kant is de milieubelasting tijdens de ontginning weer een stuk hoger dan die van FSC-hout. Een complete brug uit rvs zou dus zeer milieu-onvriendelijk zijn (en kostbaar), maar bij toepassing als hekwerk zijn de hoeveelheden beperkt en wegen de voordelen doorgaans op tegen de nadelen.
Meer informatie? Neem gerust contact op met onze duurzaamheidsexpert Ronald Rozemeijer (015 750 25 71).
meer informatie?
bel Ronald Rozemeijer:
015 750 25 71
of stel uw vraag
Inspiratieboek circulair ontwerpen